Doe niet zo gênant…
Hoe snel vergeet je je eigen puberteit. Tenminste ik. Toen ik twaalf was, schreef ik mijn dagboek (en ik citeer letterlijk) : als ik ooit moeder word, ga ik nooit zo gênant doen. Ik schaam me dood. Ik wil zelf beslissen wat ik doe. En ZE moet niet zo belachelijk doen… Tot zover dit inkijkje in mijn, overigens zeer gelukkige, jeugd. Maar moeders zijn nu eenmaal bemoeials. Dat weet ik inmiddels uit eigen ervaring. Alleen naar de stad met een vriendin? Ik kijk mijn dochter van tien met opgetrokken wenkbrauwen aan. Ben je helemaal gek geworden? Mascara op naar school? Je bent pas een kind. Om tien uur naar bed? Wat denk je wel! Ach het leven voor mijn dochter is geen pretje. Ik vind mezelf nog een jonge (nou ja, van geest in ieder geval) hippe moeder. Maar zij kijkt naar mij met een van afschuw vertrokken gezicht. Doe niet zo gênant, is haar meest geliefde uitspraak tegenwoordig. Terwijl ik denk dat ik grappig, belangstellend en begripvol doe. We kijken dus wat anders aan tegen het leven, dat is duidelijk. Maar als ik haar dan ‘s avonds kom instoppen en ze ligt met haar oude versleten knuffel in haar armen, kan ik het niet laten zachtjes even te juichen. Gelukkig; ze lijkt nog een heel klein beetje op mijn eigen, lieve schatje dat van mij eigenlijk niet groot mag worden…
Hoe herkenbaar. Favoriete uitspraak van zoon (16): hou nou eens op met denken dat je 16 bent!
Of als ik zijn kamer binnenloop: Kom je hier nu gewoon chip en metmijn vrienden?
Wat mooi hoe je dochter op je lijkt! En hoe herkenbaar!